Het ronde ’torentje’ boven op Blaak 40 in Rotterdam – een rijksmonument uit de jaren 50 van de vorige eeuw – was op dinsdag 28 juni het toneel van de tweede bijeenkomst van Cirkelstad Rotterdam van dit jaar. De cirkelvorm zagen we ook binnenin het torentje terug. Een mooie link met Cirkelstad en circulariteit, zoals een van de aanwezigen opmerkte.
Spinners Nico en Roel heetten de aanwezigen welkom en merkten veel nieuwe gezichten op. Nieuwe oren dus om onze boodschap over het versnellen van de transitie naar circulair bouwen (en gebiedsontwikkeling) te horen. En zeker ook om meer te horen over twee projecten die een hoge ambitie hebben op circulariteit.
‘Circulair bouwen kan radicaler’
Holland Hydrogen 1 (HH1) is een van die projecten. De HH1 wordt een van de grootste waterstoffabrieken in de wereld en verrijst op de tweede Maasvlakte bij Rotterdam.
Met windenergie van het windpark voor de kust van IJmuiden wordt in de fabriek water gesplitst in zuurstof en (groene!) waterstof. Om dit innovatieve project extra kracht bij te zetten, wil Kraaijvanger Architects ervoor zorgen dat de fabriek een positieve footprint op het milieu heeft. Daarnaast willen ze het ecologische systeem op de plek zo veel mogelijk versterken.
Vincent van der Meulen van Kraaijvanger vertelt: “Ons conceptontwerp bestaat uit een zo compact mogelijke fabriek. In het oorspronkelijke plan van de opdrachtgever was er vooral ingezet op maximale ruimte voor de fabriek. Wij hebben ervoor gezorgd dat we de opdrachtgever meekregen in onze aanpak om juist ruimte te geven aan het landschap om de fabriek heen. Dit hebben we onder andere gedaan door anders te communiceren. We hebben onze ontwerpkeuzes visueel gemaakt om de andere partijen goed te informeren.”
Gebouw én gebied
Kraaijvanger gaat daarmee verder dan alleen het ontwerpen van een gebouw. In het natuurgebied rondom de fabriek staat biodiversiteit op één. Omdat de (tweede) Maasvlakte nog jong is, is er weinig data beschikbaar over de kwaliteit van de grond. Wel is bekend dat het slib uit de Maas niet schoon is. Daarom kiest Kraaijvanger voor planten die helpen om het slib te zuiveren. Bij het maken van keuzes voor deze en andere begroeiing om bij te dragen aan biodiversiteit rondom de fabriek, was het steeds een afweging tussen wat goed en slecht is in het gebied: “Je kunt ervoor kiezen om iets te planten waardoor het ene diertje erin komt en een andere soort juist verdwijnt. We konden de juiste keuzes maken door simpelweg veel onderzoek en gehannes”.
Uitdagingen door veiligheidseisen
HH1 moet voldoen aan allerhande veiligheidseisen. Door te kiezen voor staal dat verwerkt is in een fabriek die aangedreven wordt door waterkracht én door te zoeken naar (vereiste) coatings die zorgen voor minimale vervuiling, draagt de plant bij aan een positieve footprint. Eerder in het ontwerpproces probeerde Kraaijvanger opties in houtbouw en biobased materialen, maar vanwege veiligheidseisen, zijn die plannen gesneuveld. Vanwege diezelfde eisen was bijvoorbeeld het inzetten van een donorgebouw of één-op-één hergebruik van bouwmateriaal niet mogelijk.
Naast de fabriek komt een bezoekerscentrum, een toren van hout met een glazen ‘schil’ er omheen. Die schil is noodzakelijk, omdat de houten toren beschermd moet worden tegen de invloeden van de wind en het zand. De fabriek zelf krijgt ook een schil die qua vorm en uitvoering opgaat in het landschap.
Radicaler circulair bouwen
Kraaijvanger gaat trouwens nog verder in (natuur)inclusief bouwen, door ook te zoeken naar duurzame manieren om om te gaan met luchtzuivering. De lucht die de fabriek uitgaat bijvoorbeeld wordt gezuiverd door een vijver op het dak en ook de dakbedekking speelt een rol in het afbreken van vervuilende stoffen.
In het verharde gebied rondom de plant maken ze gebruik van waterbuffers, zodat het water langzaam weg kan lopen.
Van der Meulen legt uit dat de technieken die voor HH1 (en andere projecten van Kraaijvanger) ontworpen zijn ook toe te passen zijn in anderen vormen van bouw, cross-overs zijn makkelijk te maken. Wat dat betreft heeft ‘circulair’ nog oogkleppen op, vindt hij: “Circulair bouwen kan veel radicaler door echt natuurinclusief te bouwen.”
Op de website van Kraaijvanger Architects lees je meer over Holland Hydrogen 1.
‘Doe het ook of doe het beter’
Robert Winkel van Nice Developers (hij is ook de oprichter van Mei architects and planners), de tweede spreker tijdens de bijeenkomst, gooit de spreekwoordelijke knuppel in het hoenderhok en meldt dat er in de G4 ( de G4 bestaat uit de vier grote steden Den Haag, Utrecht, Rotterdam en Amsterdam) op het gebied van woningbouw ‘eigenlijk niet zoveel gebeurt’ wat betreft circulair bouwen.
Met Nice Developers brengt hij daar verandering in met SAWA, een circulair houten woongebouw van 50 meter hoog dat later dit jaar gebouwd wordt op de Lloydpier in Rotterdam. En hoewel dat gebouw een iconisch uiterlijk krijgt, is zorgen voor de omgeving waar het bij SAWA vooral om gaat. Naast een woonfunctie krijgt het gebouw horeca en maatschappelijke voorzieningen die meer een sociale dan een commerciële functie hebben. Voorzieningen waar de bewoners samen gebruik van kunnen maken. ‘Minder hebben, meer delen’ is het credo (denk aan onder andere deelauto’s, -fietsen en -scooters).
En hoewel de Lloydpier nu ‘booming’ is, kiezen ze ervoor om in SAWA bewust ook middenhuurwoningen te maken, naast koopwoningen. Zo is wonen in dat deel van de stad voor meer mensen bereikbaar.
Groen blijft groen
In de stenen omgeving van het plot op de pier moet het groen groen blijven. En daarom wordt groen onderdeel van het gebouw. 700 meter aan vaste plantenbakken maken straks onderdeel uit van SAWA. In overleg met de buurt, een botanist en een ecoloog is ervoor gekozen om de bakken te vullen met bloemen en planten met een lange bloeiduur. Op het parkeerdek komt een binnentuin waar ruimte is voor een gemeenschappelijke moestuin. En het ‘bruine dak’ met schrale grond op het lage gedeelte van het gebouw biedt straks ruimte voor pv-panelen én de zwarte roodstaart, een vogel die goed gedijt in zo’n omgeving. Daarmee stimuleert SAWA de biodiversiteit in de stad.
Houtbouw
Het woongebouw wordt gebouwd van hout. Dat betekent niet dat het 100% van hout is, want de kern van SAWA is een betonnen trappenhuis/schacht waar alles omheen gesitueerd wordt. Robuuste houten brandwerende kolommen en liggers die de kolommen verbinden vormen de draagconstructie. De plafond-/vloerdelen zijn van kruislaaghout (cross laminated timber, afgekort tot CLT) en blijven, net als de houten draagconstructie, te zien in de woningen. In de vloerdelen is gerecycled dakgrind gebruikt, waardoor ze losmaakbaar zijn, in tegenstelling tot ‘standaard’ kruislaaghoutvloeren.
Het hout dat gebruikt wordt, komt uit Europa en is afkomstig van duurzaam bosbeheer. Voor elke gekapte boom voor SAWA worden er drie bomen teruggeplant. Om monocultuur te voorkomen, worden naast naaldbomen ook loofbomen geplant. Maar CLT is toch gemaakt naaldhout? Klopt. Kruislaaghout van loofhout is nog nieuw, maar er wordt al wel mee geëxperimenteerd (nog niet in SAWA overigens).
“Als je dit kunt maken (van hout), waarom zou je dan nog beton gebruiken?” vroeg Robert Winkel zich af. Want de houten geïmpregneerde bouwdelen zijn vormvast, thermisch isolerend, brandwerend en luchtdicht. Het is betrouwbaar materiaal bij brand en aardbevingen. Wat betreft de akoestiek, de geluidsdichtheid van wanden bijvoorbeeld, moest er veel onderzocht en doorgerekend worden. Door de juiste experts te betrekken bij het proces zijn NICE Developers en de andere partners tot slimme oplossingen gekomen.
Nog niet gewoon
Robert’s ervaring is dat verzekeren van een houten gebouw nu nog duurder is door de aanwezigheid van sprinklers (“hoe meer hout, hoe meer het brandt”) en dat het een soort ‘love it or hate it’-situatie is. Er zijn verzekeraars die houtbouw nog helemaal niet zien zitten en er zijn er die er juist wel vol voor gaan.
Dat houtbouw nog steeds niet ‘gewoon’ is in Nederland heeft er volgens Winkel mee te maken dat er te weinig incentives zijn om voor houtbouw te kiezen en dat de bouwindustrie onvoldoende innovatief is. De switch naar (meer) houtbouw gaat langzaam. Daarnaast speelt het prijsniveau van hout op dit moment mee in de keuze voor hout als bouwmateriaal.
De gemeente Rotterdam helpt Nice Developers en de andere partners die SAWA te realiseren, om te laten zien dat bouwen met hout op deze schaal kan. En dat het een schaalbaar systeem is, beaamt Robert Winkel, maar dan wel in gebouwen die eenvoudiger van vorm zijn.
Er is durf voor nodig om met zoveel hout een dergelijk hoog gebouw met woonfunctie te bouwen. Winkel laat zien dat het kan en daagt anderen uit: “Doe het ook of doe het beter!”
Vraag jij je, net als wij, af waar de naam SAWA voor staat? Het is geen afkorting. Het is een verwijzing naar het verleden van de Lloydpier. Daar vandaan voeren schepen naar Indonesië. In heuvelachtige gebieden in Indonesië worden veel rijstvelden aangelegd in terrasvorm. Een nat rijstveld heet in het Maleisisch een sawa. Kijk naar het ontwerp van SAWA… en de link is snel gelegd.
Op woneninsawa.nl lees je meer over over SAWA, het gezondste gebouw van Nederland.
One Comment