Er zijn diverse ideeën over de toekomst van het Stadsbouwhuis aan de Langegracht in Leiden. Wat gaat er gebeuren met het leegstaande complex? De gemeente Leiden overweegt sloop, de Historische Vereniging Oud Leiden vraagt monumentenstatus aan en architect Piet van Veen wil er sociale woningen in. Nu heeft zich ook architectenbureau Gaaga gemeld dat voor “Nieuw Leids Bolwerk” (buurtbewoners en ontwikkelaars) een studie deed naar de mogelijkheden.
Buurtbewoner Esther Stevelink, zelf werkzaam voor Gaaga, presenteerde de resultaten van de studie 21 januari jl. aan de buurt. Het is, benadrukt zij, geen plan maar een verzameling scenario’s. Het idee is herontwikkeling waarin het uit 1979 stammende gebouw – een voorbeeld van structuralisme – ten dele behouden blijft. Op ten minste één plek zou Gaaga er in ieder geval graag een doorsteek in maken naar het Huigpark, want dat ligt nu – vanaf de Langegracht gezien – achter een wel erg lange gebouwenwand. Een wand die met zo’n doorsteek zelf ook direct is opgeknipt in wat minder massief ogende blokken. En het atrium van het nu overkapte Stadsbouwhuis kan weer een open, groene functie krijgen. Het labyrint van wandjes, kamers en gangetjes mag wat Gaaga betreft verdwijnen, net als de raampartijen. Ervoor in de plaats kunnen ruimtes gemaakt worden van 31 tot 108 vierkante meter, te gebruiken voor een mix van woonruimte en voorzieningen. Daarbij is het wel zaak de basisstructuur van het gebouw te respecteren, zegt Stevelink. Niet alleen om de kenmerkende architectuur zichtbaar te houden, maar ook omdat de draagconstructie dat vereist.
De meeste scenario’s gaan evenwel uit van gedeeltelijke sloop van het Stadsbouwhuis en het aan- en bijbouwen van woonblokken tot zes verdiepingen hoog (de hoogte van het naastgelegen Tweelinghuis). En ook voor de bouw van parkeerplekken zijn allerlei opties. Dat kan erin, ernaast, erachter of eronder in allerlei soorten en maten. Een belangrijke factor is wat de gemeente straks op dat gebied verwacht om te bepalen wat mogelijk is. Het kost ruimte en is duur. Wat de Historische Vereniging Oud Leiden betreft, kunnen al dat soort scenario’s hoe dan ook de prullenbak wel in. ,,Als het voor herbestemming van een gebouw noodzakelijk is dat een aanpassing wordt gedaan die je aan de buitenkant ziet, zoals bij de watertoren aan de Hoge Rijndijk, dan moet je dat accepteren’’, zegt bestuurslid Gerard Kramer. Dus misschien zou je hier een teruggelegen, onopvallende extra verdieping kunnen toevoegen. Maar je snijdt natuurlijk niet een stuk van zo’n gebouw af. Dan haal je de balans uit het ontwerp en kun je het net zo goed helemaal afbreken. En parkeerplaatsen kunnen al helemaal geen uitgangspunt zijn. We zullen de scenario’s opvragen en bestuderen, maar hier zijn natuurlijk wel commerciële partijen bij betrokken. In hoeverre moet je die laten bepalen wat er gebeurt? Het gebouw moet leidend zijn.’’
Bron: Leidsch Dagblad 24-01-2020